Oiry is een dorp in de Côte des Blancs op 7 kilometer ten oosten van Epernay. Het is sinds 1985 grand cru geworden. Van de 83ha zijn er 82 beplant met chardonnay.
De wijnpercelen liggen op de lagere hellingen van de Butte de Saran op een hoogte van 100 tot 120 meter. De meeste wijngaarden liggen aan de grens met Cramant, Avize en Chouilly.
Sommige producenten van champagne verenigen zich in groepen om op die manier efficiënter promotie te kunnen voeren. Zo een groep organiseert dan degustaties die salon de vigneron genoemd worden.
Methode om wijnstokken te kweken, in de jaren 1960 geïntroduceerd door Lily Bollinger. Zij ontdekte in de wijngaardLes Chaudes Terres enkele wilde wijnranken, ontsproten uit de daar gekweekte druivelaars. Ze plantte die voort door de vruchtdragende scheuten onder de aarde te steken, waardoor ze wortels ontwikkelen (marcottage).
Via provignage met 2 scheuten worden er nieuwe druivelaars gekweekt, die dus niet geënt zijn en daardoor vatbaar zijn voor phylloxera.
Kenmerkend is dat de druiven per stok veel minder opbrengen dan geënte druivelaars, maar omdat er wel vier keer zoveel stokken per hectare staan is de opbrengst gelijkaardig aan die van een gewone wijngaard. De druiven rijpen vroeger af en zijn ook veel geconcentreerder. Lily Bollinger noemde deze manier van planten “à la Française” en ze wilde die methode in heel Frankrijk propageren zodat er steviger wijnen zouden gemaakt worden.
Op dit moment zijn er nog slechts twee kleine wijngaarden op die manier beplant: Les Chaudes Terres en Clos Saint Jacques.
Groepering van champagnemakers opgericht in 1971 onder de naam Club de Viticulteurs Champenois. De huidige naam dateert van 1999.
Het aantal leden schommelt: bij oprichting waren het er een twaalftal, nu zijn het er 28. De leden brengen elk een cuvée “Spécial Club” op de markt.
Lidmaatschap
Spécial Clubs op een rij
De leden, Clubmen genoemd, zijn alle Récoltant-Manipulant. Het is hen verboden om ook maar één aspect van het productieproces niet zelf te voeren. Men kan lid worden door peterschap: wanneer een bestaand lid bereid is, een domein als lid te steunen, krijgt het kandidaat-domein bezoek van een keuringscommissie. Daarna keurt de algemene raad het lidmaatschap van de kandidaat al dan niet goed op basis van het verslag van de commissie.
Keuring
Een lid maakt niet elk jaar de Spécial Club-cuvée, maar enkel in de jaren wanneer hij vindt, dat de kwaliteit voldoende hoog is. De oenoloog van de club, Philippe Benoît, organiseert de proeverijen om te zien of dat het geval is.
De wijnen worden twee keer geproefd: één keer als stille wijn (vin clair), een tweede keer als drie jaar oude champagne. De proeverijen gebeuren blind, door twee wijnbouwers en vijf oenologen. Wanneer de stille wijn goed wordt bevonden, mag de wijnbouwer hem bottelen in de speciale fles van de Spécial Club.
Daarna blijft hij drie jaar sur lie rusten en wordt hij opnieuw geproefd. Wanneer de kwaliteit dan opnieuw voldoende hoog wordt geacht, mag hij het speciale etiket van de Spécial Club dragen. Indien niet, dan wordt hij “mise en cercles”. Een wijnbouwer kan natuurlijk ook zelf kiezen om de wijn niet op de markt te brengen, wanneer hij de champagne onvoldoende hoogstaand vindt.
Geschiedenis
De Club des Trésors werd in 1971 als Club des Viticulteurs Champenois opgericht en telde toen 12 leden, waaronder Nominé-Renard, Pierre Gimonnet et Fils en Larmandier Père et Fils.
Michel Gimonnet was voorzitter van 1985 tot 1991. Onder zijn impuls werd vanaf 1988 een nieuwe fles, de huidige, gebruikt. Voorheen was de fles dikbuikig met taps toelopende bodem.
In 1999 veranderde de naam van Club des Viticulteurs Champenois naar de huidige naam, Club des Trésors de Champagne.
In 2004 werd Didier Gimonnet voorzitter, tot 2009. De huidige voorzitter is François Goutorbe.
Janisson-Baradon (blanc de blancs van de wijngaard Les Toulettes, nu als monocru op de markt)
Lamiable (mengeling van chardonnay uit de Côte des Blancs, vermengd met chardonnay en pinot noir uit Tours-sur-Marne)
Launois Père et Fils (cuvee van twee percelen in Cramant met 50 jaar oude stokken)
Philippe Gonet: Lid van 1971 tot 2000. Gestopt omdat ze het keurslijf van de fles en het etiket te strak vonden. Daarna hebben ze een eigen millésime en de cuvée “Belemnita” op de markt gebracht.
Sugot-Feneuil (Cramant): lid omstreeks de jaren 1990. Blanc de blancs.
In 1858 huwt Gaspar Péters, een Luxemburger, met ene mevrouw Doué. Zij bezat twee hectare wijnbouwgrond in Le Mesnil-sur-Oger. Ze verkochten op dat moment hun druiven aan de négoce. Hun zoon Louis Joseph zette die handel voort.
Zijn zoon Camille Péters kocht een pers om op die manier onafhankelijk te worden van de grote huizen. Hij besliste om champagne op de markt te brengen onder eigen naam in 1919, wat gebeurde vanaf 1929. In 1930 werden de 2,5ha wijnbouwgrond “Les Chétillons” gekocht.
Na de plotse dood van Camille in 1944 nam zijn zoon Pierre het domein over. In 1946 werd de eerste fles verkocht onder de huidige naam Pierre Péters.
Pierre liet het domein in 1967 over aan zijn tweede zoon François, die de wijngaarden gevoelig uitbreidde tot 17,5ha. Sinds 2008 wordt het domein gerund door diens zoon Rodolphe Péters.
Wijngaarden
Het domein beschikt over 19ha wijngaarden in Le Mesnil-sur-Oger, Avize, Oger, Cramant en Sézanne. Alle wijngaarden zijn beplant met chardonnay, het perceel van 1ha met pinot noir werd verkocht. De chardonnaystokken zijn afkomstig van massale selectie van twee eigen stokken van het domein.
Op dit moment beschikt het domein over twee persen, één van 1 marc en één van 2 marc. Daardoor kan men op 8u tijd alle druiven persen. Persen zijn volautomatische ballonpersen. Wat cuvée is, wat taille en wat écart wordt bepaald door te proeven, niet door vloeistofhoeveelheden te meten.
De gisting gebeurt op 17 tot 18°C zodat ze voldoende snel verloopt maar er niet te veel exotische aroma’s ontstaan. In driekwart van de jaren is chaptalisatie niet nodig.
Het overgrote deel van de wijnen krijgt malolactaatgisting, die al op gang gebracht wordt tijdens het einde van de alcoholische gisting zodat er minder tijd nodig is. De soutirage gebeurt zo laat mogelijk, waardoor de wijn in een reductieve fase belandt en zich opnieuw sluit. Naast inox worden er ook betonnen eieren van 42hl gebruikt.
Cuvées
Het domein produceert zeven cuvées: een extra brut, een cuvée de réserve, een millésimé “L’Esprit”, en een cuvée “La Perle”. De bekendste cuvée is de monocru Les Chétillons. Sinds 2009 wordt er ook een rosé (Rosé for Albane, genoemd naar de dochter) gemaakt met ingekochte pinot meunier-druiven uit de Aube die via de persmethode tot rosé worden omgezet. Een nieuwe cuvée is de l’Etonnant Mr. Victor, genoemd naar de zoon.
Jérôme Viard is de enige nog overblijvende tonnelier en vatenmaker van de Champagne. Naast het vervaardigen van nieuwe tonnen, legt hij zich toe op de herstelling van oude vaten en de fabricage van allerhande gebruiks- en siervoorwerpen uit oude vaten en hout dat onbruikbaar is voor de productie van houten vaten.
Vauversin: de Brut original, de millésime 2006 en de Réserve Orpair.
Champagnehuis in Oger, opgericht in 1640 door Nicolas de Vauversin en in 1930 gestart met het produceren van champagne. Op dit moment gerund door drie generaties Vauversins: François, zijn zoon Bruno en diens zoon Laurent.
De cuveés omvatten de Brut Original, Réserve Orpair, Millésime, Rosé du Soir, Cuvée Aubeline en een Demi-sec
HVE staat voor Haut Valeur Environmentale. Het is een programma dat door het CIVC gelanceerd werd in 2014 en waarin champagneproducenten zich vrijwillig kunnen inschrijven. Er zijn vier sleutelfactoren die bepalen of men het certificaat verdient:
Bescherming van het landschap van de Champagne (dit houdt verband met de kandidatuur van Champagne voor de UNESCO om erkenning te krijgen als werelderfgoed
Verhogen van de biodiversiteit
Verlagen van de productie van afval en producten zoals pesticiden
Verkleinen van de CO2-voetafdruk
Alles bij elkaar worden 125 eisen gesteld. Het Ocacia staat in voor het uitreiken van het certificaat. Het eerste champagnehuis dat aan de voorwaarden voldeed, was Bollinger.
Champagnehuis in Damery. Gesticht in 1920 door Armand-Raphaël
Graser en door hem Lenoble gedoopt zodat het Frans zou klinken. Gerund door nazaten van de stichter, Antoine en Anne Malassagne. De helft van de wijngaarden van het huis ligt in Chouilly. De bekendste cuvees zijn de Gentilhomme en de Les Aventures. De jaarproductie is 300.000 flessen.
Champagnehuis in Aÿ, opgericht in 1829 door Athanase Louis Emmanuel Hennequin, Joseph Jacob Placide Bollinger en Paul Renaudin als Champagne Renaudin-Bollinger (Hennequin was edelman en in die tijd verbonden zij niet graag hun naam aan commerciële ondernemingen). In 1854 overleed Renaudin en herdoopte Bollinger het huis tot Societé Jacques Bollinger.
Bollinger is één van de beroemdste champagnes, al was het maar omdat het de lievelingschampagne van James Bond is. De cuvées die dit huis maakt zijn de Special Cuvée (een BSA), La Grande Année, de Année RareRD, de Vieilles Vignes Françaises en in sommige jaren een côteaux champenois van de wijngaard Côte aux Enfants. 70% van de druiven van Bollinger zijn afkomstig van eigen wijngaarden die 163ha groot zijn en gelegen zijn in Aÿ en in de Montagne de Reims (70% grand cru en 30% premier cru).
Speciaal is dat de basiswijnen nog altijd gisten op eiken vaten. Totale productie is ongeveer 1,4 miljoen flessen per jaar.
De laatste afstammeling van de oprichters was Lily Bollinger. Nu gerund door Claude d’Hautefeuille en Christian Bizot, die in 1991 het Bollinger Charter of Ethics and Quality publiceerde. De keldermeester is Gilles Descôtes (sinds juni 2013). De bedrijfsleider is Jerôme Philipon.
Op 23 juni 2014 werd Bollinger het eerste champagnehuis dat het certificaat voor duurzame wijnbouw (HVE) in de wacht sleepte. Hiervoor doet Bollinger onder andere beroep op één van de eerste electrische tractoren van de streek, een fabricaat van T4E (Krener Energie).
Chouilly is een dorp in het noorden van de Côte des Blancs dat sinds 1985 een grand cru-benaming heeft (voor witte druiven, voor de blauwe kwam die gelijkschakeling later).
Chouilly ligt 4km ten oosten van Epernay. De aanplant bedraagt 497ha, bijna volledig chardonnay.
Wijngebieden
Er zijn drie gebieden met wijngaarden te onderscheiden.
Ten zuiden van de dorpskern
Vlakke wijngaarden onmiddellijk ten zuiden van de dorpskern. Ondergrond: micrasterkrijt.
Lieux-dits:
La Montignotte
Le Vallon
Derrière de Moulin
Les Echarmées
Le Cerisière
Flanken Mont Bernon
Oostelijke hellingen van de Mont Bernon, tegen Epernay aan.
Lieux-dits:
Derrière Partelaine
Les Vignes des Partelaines
Les Hauts Monts
Marne les Bas
Les Terres de Partelaine
Puitron
Le Revers de Plume Coq
Le Vieux Chemin
La Vigne Bouillet
Le Haut des Cotelles
Flanken Butte de Saran
Wijngaarden met noord-oostelijke en zuid-oostelijke expositie. De beste wijngaarden liggen tegen Cramant in het zuiden. Ondergrond: belemnietkrijt met zand, zandsteen, klei en ligniet.
Cramant is een dorp in de noordelijke Côte des Blancs op ongeveer 7 km ten zuidoosten van Epernay. Samen met Avize is het de enige grand cru die dat reeds van in het begin is.
De beplanting bedraagt 323ha (100% chardonnay).
Wijngebieden
Wat betreft terroir zijn er twee bodemtypes te onderscheiden.
Westelijke en noordelijke deel aan de grens met Cuis
Bodem: klei, zand en bruinkool. Op bepaalde plaatsen komt er löss aan de oppervlakte.
Lieux-dits:
Les Longues Verges
Les Marmouzes
La Crayère
Les Martelots
Les Charmières
Les Basses
La Garenne
Le Bas des Ormes
Les Porgeons
Les Maréchaudes
Les Ricy
Les Pisseloups
Au dessus de Pisseloups
Le Côte
Le Bas de la Côte
Le Cul des Ruelles
Les Champs du Soleil
La Cr Sablennière
Centrum Cramant: zuidelijke kant Butte de Saran tot de grens met Avize
Belemnietkrijt op de hoger gelegen delen, belemniet- en micrasterkrijt op de lager gelegen delen.
Champagne uitsluitend afkomstig van druiven uit één van de zeventien dorpen die de benaming “grand cru” mogen voeren. Er zijn er tien in de Montagne de Reims, één in de Vallée de la Marne, en zes in de Côte des Blancs.
De wijnen uit deze gemeenten krijgen 100% van de indicatieve (vroeger: vastgelegde) prijs zoals jaarlijks bepaald door het CIVC volgens de échelle des crus. Iets minder dan 9% van de wijngaarden in Champagne hebben recht op de vermelding grand cru.
Champagnehuis in Epernay. Opgericht in 1837 door Henri-Marc de Venoge, oorspronkelijk in Mareuil-sur-Aÿ en twee jaar later overgebracht naar Epernay. In 1864 lanceerde het huis onder leiding van Joseph de Venoge een kristallen karafvormige fles, om de edelen te plezieren.
In 1996 werd het huis verkocht aan de groep Remy-Cointreau, in 1998 aan LVMH en nadien, in 1999, weer doorverkocht aan Boizel Chanoine Champagne. De wijngaarden kwamen op die manier bij het naburige Moët & Chandon.
De bekendste cuvees zijn de Cordon Bleu, verkrijgbaar in een Brut, ee Extra Brut en een Demi-Sec, de Blanc de Noirs, de Brut Rosé, de Vin de Paradis, de Blanc de Blancs, de Millésimé, de Cuvée des 20 ans, de Champagne des Princes en de Princesse. Recenter is de Louis XV de bekendste luxecuvée. Het domein verwierf 17ha wijngaarden in de Montagne de Reims. De jaarproductie is ongeveer 1,5 miljoen flessen.
De vroegere keldermeesters waren Thierry Gasco en Eric Lebel. De huidige keldermeester, Isabelle Tellier, is één van de weinige vrouwen die deze job in Champagne uitoefenen.
Champagnehuis (Récoltant-Manipulant) in Avize. Eigenaars zijn Michelle en Erick De Sousa, al heeft in de praktijk de oudste dochter Charlotte De Sousa het roer nu in handen.
Er is ook een tweede huis, Zoémie De Sousa, dat een Négociant-Manipulant is, en eigendom van dezelfde familie.
De bekendste cuvées zijn een tradition, een réserve, een rosé, de cuvées met de naam “Caudalie”, de Umami, en recent de Mycorhiza en een blanc de noirs die nog geen naam heeft. Degustatienotities vind men hier.
Gamay in een experimentele wijngaard van Bollinger
Rode druif die gebruikt wordt voor beaujolais. Via de Loire kwam ze na de phylloxeracrisis in Champagne terecht, waar ze in de Aube maar ook in Vertus aangeplant werd.
Ze werd met de wet van 1927 principieel gebannen uit de champagnewijngaarden, maar er werd een overgangsregeling van 18 jaar uitgewerkt om de champagneboeren uit de Aube niet te sterk op stang te jagen. Die regeling werd in 1949 uitgebreid met nog eens 7 jaar, en in 1952 konden wijnbouwers individuele toelating krijgen om de gamay te blijven gebruiken. De regelgeving stipuleerde het volgende:
enkel wijnbouwers uit de Aube kwamen in aanmerking
de druiven moesten geplant zijn voor 1948
de eigenaar van die wijngaarden in 1948 moest 60 zijn in 1952 (of 50 indien slechts de helft van de wijngaard uit gamay bestond)
deze regeling is enkel overdraagbaar op de vrouw van de wijnbouwer
In 1976 bestond de aanplant nog uit 38 hectare, in 1986 vermoedelijk nog ongeveer 20 hectare.
Volgens de bovenstaande regeling is het dus niet totaal onmogelijk dat er anno 2014 nog wettelijk toegelaten gamay in champagne voorkomt, maar wel heel onwaarschijnlijk.
Het oudste champagnehuis, daterend uit 1584, destijds gelegen in Aÿ maar in 2009 heeft men een nieuwe kelder in Epernay in gebruik genomen. In het begin produceerde de oprichter van dit huis, Pierre Gosset, rode wijnen. Toen in de achttiende eeuw het geheim ontdekt werd om champagne te maken, schakelde men over op mousserende wijnen.
Sinds 1994 behoort het domein aan Cointreau. Gosset bezit 12ha wijngaarden in de Montagne de Reims, maar koopt het grootste deel van de druiven aan in dertig verschillende crus, voornamelijk in de Cote des Blancs. De jaarproductie is ongeveer 500.000 flessen. Een deel van de basiswijnen gist nog in eiken vaten en malolactische omzetting wordt vermeden.
De bekendste cuvee is de Celebris, daarnaast zijn er ook de cuvee Grande réserve en de Grand Millésime.
In april 2014 werd ter gelegenheid van moederdag een extra-sec cuvée met de naam “Petit Douceur Rosé” aangekondigd, een samenstelling van 60% chardonnay en 40% pinot noir waarvan 7% rode bouzy en met een dosage van 17g/l.
Het bedrijf wordt geleid door Joseph Henriot. De jaarproductie is 1 miljoen flessen. De eigen wijngaarden zijn 110ha groot en zijn voornamelijk gelegen op de Côte des Blancs en in de noordelijke en oostelijke Montagne de Reims. Er wordt geen pinot meunier gebruikt in de assemblages en de samenstelling van de meeste cuvées is ongeveer half-om-half pinot noir en chardonnay.
Champagnehuis in Dizy. Bijzonder is dat de BSA een nummer krijgt, te beginnen met nummer 728. Hieruit valt de jaargang van de basiswijn af te leiden (728 = basiswijn 2000). De nummers verwijzen naar de nummering in de logboeken van de producent. Het jaartal kan men niet gebruiken, omdat men dan de indruk zou wekken dat het om een millésime gaat. Het werken met deze nummers weerspiegelt de eigen filosofie van Jacquesson: waar andere huizen de BSA constant proberen te houden qua smaak, wil Jacquesson elk jaar de best mogelijke wijn maken.
De bekendste cuvées van het huis zijn Perfection (wordt niet meer gemaakt), Signature, en een aantal crus zoals Dizy Terre Rouge, Dizy Corne Bautray en Aÿ Vauzelle Terme. In 2014 kondigde Jacquesson aan dat van de 700-reeks een versie met uitgesteld degorgeren (dégorgement tardif) gelanceerd wordt. De wijngaard naast het huis in Dizy is beplant met pinot meunier. Huidige zaakvoerders zijn Jean-Hervé en Laurent Chiquet.
Champagnehuis in Epernay. De 9ha wijngaarden van het huis liggen ook allemaal in Epernay. Het huis werd in 1922 opgericht door de remueur Georges Baradon en zijn zoon, een tonnelier. De huidige wijnmakers zijn Richard, Maxence en Cyril Janisson.
Champagnehuis in Chigny Les Roses. Zaakvoerder is Gilles Dumangin, de vijfde generatie van de oprichter. Koopt druiven in de buurt van Chigny Les Roses. Bekendste cuvées zijn de Premium Blanc de Blancs, het trio Achille, Hippolyte, Firmin, en de Vinothèques.
Champagnehuis in Reims. Eén van de topproducenten. De bekendste cuvées zijn de Grande Cuvée, de millésimes, de Clos du Mesnil, de Clos d’Ambonnay en de Brut Rosé. Krug is een notoir voorstander van het gebruik van houten vaten. Het huis werd opgericht in 1843 door Johann Joseph Krug, was eigendom van Rémy-Cointreau maar behoort sinds 1999 weer tot de groep LVMH. Het huis heeft 21 ha eigen wijngaarden, de rest van de druiven wordt aangekocht. Zo wordt de pinot meunier aangekocht bij de coöperatie van Leuvrigny. De jaarproductie is 500.000 flessen. Naast een Rosé en een beroemde millésime is er de Grande Cuvée, de Clos d’Ambonnay en de Clos du Mesnil. De CEO is Margareth Henriquez, de keldermeester Eric Lebel.
Borstbeeld van Alexander II bij Champagne Roederer
Champagnehuis in Reims. Het domein werd in 1776 opgericht, kwam in 1833 in bezit van Louis Roederer en is nu nog altijd in bezit van zijn nazaten.
Het huis heeft veel eigen wijngaarden, meer dan 240ha verdeeld over de drie gebieden Montagne de Reims (Verzenay, Verzy en Louvois), Vallee de la Marne (Cumieres, Hautvillers en Aÿ) en Cote de Blancs (Chouilly, Cramant, Avize, Le Mesnil en Vertus), van in totaal 410 percelen.
Dit alles is goed voor 75% van de behoeften bij een jaarproductie van meer dan 3 miljoen flessen. Een specialiteit van het huis is de grote hoeveelheid vins de reserve, die opgeslagen liggen in houten foeders. Bekendste cuvée is de Cristal. Andere cuvees zijn de Brut Premier en de Millésime Blanc des Blancs. Het huis heeft ook wijngaarden buiten Champagne, bijvoorbeeld Roederer Estate (USA), Ramos Pinto (Portugal) en in Bordeaux.
De huidige manager is Frédéric Rouzaud, die uit de zevende generatie van de familie Roederer komt. De hoofdwijnmaker is Jean-Baptiste Lécaillon.
Op 21 april 2014 kondigde Roederer aan dat de huisstijl zou veranderen. Het nieuwe ontwerp van het logo en de etiketten is van de hand van Philippe di Meo, die voorheen ook al de fles van de luxecuvée Cristal had hertekend.
Oger is een dorp in de Côte des Blancs op 11km ten zuidoosten van Epernay. Het draagt de benaming grand cru sinds de herklassering van 1985. De 383ha wijngaard zijn volledig met chardonnay beplant.
De heuvels bestaan uit belemnietkrijt, aangevuld met micrasterkrijt in de lagere hellingen (noordoosten).Tussen de dorpskern en het westelijk gelegen Bois d’Oger liggen heuvelruggen met een complexe ondergrond die bestaat uit kalkhoudend mergel met vuursteen, kalksteen, klei, zand, zandsteen en bruinkool.
Champagnehuis in Cuis. Opgericht door Pierre Gimonnet in 1935. Nu geleid door zijn kleinzoons Didier en Olivier Gimonnet. Behalve de Paradoxe en de Rosé de Blancs zijn alle wijnen zuiver chardonnay. De bekendste cuvées zijn de Gastronome, de Fleuron, de Spécial Club en de Oenophile. De eigen wijngaarden in Cuis, Chouilly en Cramant zijn goed voor 25 hectare en de jaarproductie is 140.000 flessen.
Champagnehuis in Le Mesnil-ur-Oger. Opgericht in 1911 door Eugène-Aimé Salon, in 1921 voor het eerst in de handel gekomen en in 1982/1988 in bezit gekomen van de groep Laurent-Perrier. Dit huis heeft maar één cuvee, die enkel in de goede jaren wordt gemaakt: de cuvée S, al kondigde kondigde Salon aan in 2014 dat er een speciale versie zonder dosage gemaakt wordt.
In de twintigste eeuw zijn slechts 36 jaargangen gemaakt. Het huis deelt faciliteiten met Delamotte, dat tot dezelfde groep behoort, en ook gerund wordt door Bertrand de Fleurian. Het huis bezit één hectare eigen wijngaard nabij Le Mesnil, en koopt de overige vier vijfde van de druiven op bij telers, meestal uit hetzelfde dorp. Malolactische omzetting wordt vermeden, de wijnen rijpen in houten demi-muids en om de aroma’s te behouden past men degorgement à la volée toe. De wijnen moeten minstens tien jaar rijpen om op dronk te komen. Er worden jaarlijks 50.000 flessen gemaakt.
De enige champagne door Salon geproduceerd. Een monocru, die enkel in de beste jaren gemaakt wordt en dan tien jaar of langer op fles rijpt vooraleer hij verkocht wordt. Gemaakt van 100% chardonnay uit de grand cru-wijngaarden van Le Mesnil-sur-Oger, van één perceel van 1ha en 20 kleinere percelen. De maximale productie is 10.000 kisten, gewoonlijk zelfs minder dan 80.000 flessen.
De gebruikelijke dosage is 5,5g/l. De 2002 werd ook gemaakt in een versie zonder dosage, met name voor het Londense restaurant Sketch.
Champagnehuis in Avirey-Lingey. Gesticht in 1970 door de man met dezelfde naam, nu in handen van zijn dochter Isabelle en zijn schoonzoon Michel Jacob. Naast de brut tradition en de brut prestige is er ook de cuvée Select, de rosé en de vintage brut, uit 100% pinot noir. De jaarproductie is 90.000 flessen.
Verschillende champagnehuizen, lid van de Club Trésors de Champagne, gebruiken deze naam voor hun topcuvée, die altijd millésime is en in de speciale fles van de Spécial Club op de markt komt.
1971, 1973, 1975, 1976, 1979*. De jaargang 1978 is gemaakt maar nooit op de markt gebracht (‘remis en cercles’).
1981, 1982*, 1983, 1985, 1986, 1988, 1989.
1990, 1995*, 1996, 1998 en 1999. 1999 was de grootste oogst ooit, met 40.000 geproduceerde flessen. 1992 en 1997 werden geproduceerd maar ‘mise en cercles’.
2000, 2002*, 2004, 2005, 2006, 2008* en 2009
2012: het huis brengt vier afzonderlijke Spécial Clubs op de markt met een assemblage van het huis, en drie parcellaire wijnen (alle grand cru): Cramant, Oger en Chouilly. In totaal 30.000 flessen.
Cuvée van Bollinger. Afkomstig van 100% pinot noir van twee kleine perceeltjes wijngaard, beide in Aÿ: Clos Saint Jacques en Les Chaudes Terres, dat aan het huis van Bollinger ligt. Vroeger was ook Croix Rouge uit Bouzy leverancier voor druiven, maar in 2004 heeft de phylloxeraluis die wijngaard verwoest. De druivelaars zijn niet geënt (en dus vatbaar voor phylloxera) en groeien à la Française, vandaar ook de naam van de wijn: afkomstig van stokken die op oude, Franse wijze groeien.
Door het niet-enten rijpen de druiven veel vroeger dan gewoonlijk. Ze zijn soms zelfs bijna overrijp. Omdat de opbrengst per hectare laag gehouden wordt, is hun sap bovendien erg geconcentreerd.
De wijn rijpt op kleine, vier jaar oude vaten. Er worden slechts minieme hoeveelheden van gemaakt (ordegrootte: 250 kisten).