Tijdens en na de tweede gisting blijft de gist in de fles tot het moment van degorgeren. Men noemt dit de rijping “sur lie”. Tijdens die periode breken de afgestorven gistcellen langzaam af, wat de champagne een kenmerkende geur en smaak geeft die vaak met brood wordt geassocieerd. De wettelijk voorgeschreven rijpingsperiode sur lie is 12 maanden (totale flesrijping minimaal 15 maanden) en 3 jaar voor millesimewijnen. Doordat de kurk de fles niet hermetisch afsluit, treedt er tijdens die rijpingsperiode een beperkte oxidatie op. Zo transformeren de primaire aroma’s reeds gedeeltelijk naar tertiaire.