Rue des Noyers

Benoît Déhu en de Noteboomstraat

Alle wijnen zijn assemblagewijnen, en champagnewijnen zijn dat par excellence. Of niet?

Benoît Dehu uit Fossoy
Benoît Déhu uit Fossoy

Als je wijn maakt van één druivenvariëteit, afkomstig van één perceeltje dat nauwelijks 1,7ha telt, en altijd millésimé, dan is dat toch de puurste, niet-geassembleerde champagne die je je kunt voorstellen. Of?

De champagnequizzers onder u hebben het al begrepen: ook een monocepage, millésime, monoparcellaire champagne kan een mengwijn zijn. Rue des Noyers van Benoît Déhu is er zo eentje. Of liever: drie: een champagne, een witte coteaux champenois, en een rode. Ik geef toe: het is een uitzondering in Champagne. Maar wel een uitzondering die kan tellen.

Fossoy: niet velen weten het dorpje liggen. Wanneer je ernaartoe rijdt, geeft de GPS terecht “Picardië” aan. We bevinden ons in de Vallée de la Marne, niet ver van Château Thierry. De witte kalkbodem van de Côte des Blancs en de Montagne de Reims liggen al even achter ons, en het terroir is argileux met groene en blauwe marne. In dit godverlaten gat klinkt de naam Déhu als een klok: talloze onderscheidingen heeft de wijnbouwersfamilie in de wacht gesleept. En toch blijft Déhu een nobele onbekende.

Tot Benoît op de planken verscheen en besliste, een unieke wijn te maken die zich kan meten met de beste in Champagne.”Goed jaar, slecht jaar, je m’en fiche,” vertrouwde hij me vorig jaar nog toe: “ik maak elk jaar goede wijnen”. Een innovator is Benoît zeker: zo past hij het principe van de cuvée perpetuelle toe op de lie, het gistbezinksel dus. Zijn grote doorbraak is niet ver af meer.

Maar hoe kun je nu assembleren, dus verschillende wijnen samenvoegen, wanneer ze van één druif afkomstig zijn, van één jaargang en van één perceel? Simpel: selecteer verschillende onderstokken en ga daarmee aan de slag. Sinds de druifluisepidemie zijn immers meerdere porte-greffes in zwang in de Champagne. Pers die apart. Een kleine pers van een halve marc, de kleinst toegelaten perslading in Champagne, namelijk 2000 liter sap, helpt daarbij. Geef die vervolgens houtrijping op verschillende houten vaten. Verschillend, zowel wat herkomst van het hout, inhoud als branding betreft. Het resultaat is indrukwekkend. Vier vins clairs, vier totaal verschillende wijnen.

1. Onderstok 161 (vat: 500l) – jaar: 2014

Rijp en rijk met mooie aciditeit. Kruidig, maar ook rijp fruit. Argilocalcaire geur.

2. Onderstok 41B

De druiven van deze onderstok, populair in Champagne zeker op bodems die rijk zijn aan kalk, werden 5 dagen later geoogst dan de rest. De geur is intens en mineraal, krachtig met bijna karamel, een zeer sterke aciditeit en een lange afdronk.

3. Onderstok SO2 – taille jaar 2014

Gerookte geur. Zeer gespannen in de mond met wat hout en een drogende finale.

4. RI 2013

Rood fruit met bloemige toetsen, tropisch fruit (ananas) in de mond.

Hoe smaakt de wijn na assemblage? Eén manier om het uit te vissen…

5. Rue des Noyers 2011

Fris en sterk, zeer vineus en toch fijn. Kruidige toets. Prachtige structuur. Hint van peperkoek. Piepjong, maar bij het beste in Champagne.
(dosage: 1g/l)

6. Coteaux Champenois Blanc 2011 Rue des Noyers

Bittere thee. Rokerig. Hout. Broodkruim. Ook weer veel te jong, maar enorm beloftevol.

7. Coteaux Champenois Rouge 2011 Rue des Noyers

Kriekenpit. Violetjes. Krachtig, zeer fruitig en kruidig, lang. Nog zeer jong.

De conclusie: met een perceel van minder dan 2ha, slechts één druif aangeplant, kun je een enorm scala aan geuren en smaken componeren. Alsof je met één viool een hele opera speelt.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Helemaal gek van bubbels