Didier Gimonnet besloot om de beste millésimes van de afgelopen dertig jaar te degorgeren en te laten proeven. Het werd een onwaarschijnlijke wandeling langs de drie grootste millésimes, geserveerd één maand na degorgeren, zonder dosage, en in magnum. Dosage dient volgens Didier enkel om de champagne een leven te geven na het degorgeren.
Overigens: alle wijnen zijn zuiver op inox gerijpt. Waarom? Cramant is rijk genoeg en heeft geen eik nodig, en Cuis is te lenig om eik te kunnen dragen. Aangezien die twee terroirs de hoofdmoot uitmaken van de Gimonnetassemblages, wordt er dus geen eik gebruikt, bijna een uitzondering in de Côte des Blancs.
Achtergrondinfo over Gimonnet.
1. Millésime 2002
Dat 2002 op de proeftafel zou verschijnen, verbaasde niemand. Een zeer homogeen jaar met lage aciditeit en een potentieel alcoholgehalte van 10,9 tot 11,9°. 54% druiven uit Cramant, 15 uit Cuis en de rest uit Chouilly zijn in deze cuvée verwerkt. Zoals Didier het zelf zegt: “In 2002 heb ik wijnen moeten declasseren om een nonvintage-cuvée te maken“.
Rokerig en krijtig in de aanvang. Diep fruitig, maar nog gesloten. Na meer dan tien minuten in het glas exploderen de aroma’s met vooral geconfijte citroen, zowat het handelsmerk van Gimonnet.
In de mond zeer lang en uitgesproken fruitig, ferme structuur, met een mooi geknoopt, mineraal einde. Zeer grote champagne met nog geen sikkepit veroudering.
2. Millésime 1995
1990 en 1996 waren volgens Didier uitzonderlijke millésimes, maar toch kwam 1995 er als beste uit. Het was nochtans voor de wijnbouwers niet het gemakkelijkste millésime, omdat de druiven laat rijpten en botrytis dreigde. Deze wijn van 41% druiven uit Cramant, 20% uit Chouilly en de rest uit Cuis bewijst dat een moeilijk jaar groots kan zijn.
Gekonfijte citroen duikt onmiddellijk op. Rijpe, rijke geur en totaal niet oxidatief. Daarna kruidig met zelfs noties van kruideninfuus. De zuren dragen de structuur, maar zijn tegelijk ook zeer rijp. De finale is lang en krijtig.
3. Millésime 1982
Hoewel 1985 en 1988 ook superjaren waren, stak 1982 erboven uit. Volgens Didier misschien wel het grootste millésime van de afgelopen halve eeuw. Opmerkelijk: de rendementen lagen buitengewoon hoog – dit is typisch voor Champagne: omdat men zo afhankelijk is van het klimaat, gaan kwaliteit en kwantiteit vaak hand in hand. Deze cuvée bestaat voor 45% uit Chouillydruiven, voor 8% uit Cuis en de rest is Cramant.
Aanvankelijk florale tonen met ook weer gekonfijte citroen. Zachte aanzet met zeer mooie balans. In de mond blijvend zacht, rijp maar totaal niet oxidatief. Niemand houdt dit blind voor een champagne van meer dan dertig jaar oud.